Laden...
Kraagmaat: Zorg ervoor dat de kraag van het overhemd de juiste maat heeft door drie vingers ruimte te laten tussen uw nek en de kraag. Minder dan twee vingers ruimte kan betekenen dat de kraag te strak zit en oncomfortabel is om de hele dag te dragen.
Schouderbreedte: Controleer of de naad bij elke schouder overeenkomt met het bot dat de punt van de schouder vormt. Een te korte naad kan het kledingstuk smal doen aanvoelen, terwijl een te lage naad lelijke plooien in de buste kan veroorzaken. Zorg ervoor dat de schoudernaad correct geplaatst is voor een optimale pasvorm.
Mouwlengte: Knoop een mouw los en leg je arm langs je lichaam om de mouwlengte te controleren. Ze moeten ongeveer 2 cm boven de basis van je duim stoppen. Zo heb je bewegingsvrijheid zonder dat de mouwen te ver oplopen of je pols zichtbaar wordt.
Borst: Controleer snel of het shirt te strak zit door naar de derde knoop te kijken. Als daar spanning staat, zit het shirt waarschijnlijk te strak. Knijp ongeveer 2 cm stof af aan elke kant, onder de oksels, om er zeker van te zijn dat de pasvorm goed voor je is en dat je genoeg bewegingsvrijheid hebt.
Knopen: Voor een goed passend overhemd, probeer je vuist onder het overhemd te stoppen of knijp je ongeveer 3 cm stof aan elke kant bij de vijfde knoop. Als je een platte buik hebt, kun je zelfs tot 2 cm gaan. Deze test laat zien of het overhemd je goed past.